woensdag 8 juli 2009

Lego voor volwassenen

Twee dozen vol. Misschien wel drie dozen maar dat weet ik niet zeker. De dozen zitten vol met het mooiste wat Denemarken ooit heeft voortgebracht, op de helft van de genen van mijn vrouw na. Lego. Samen met mijn broer Stefan vermaak ik me uren, dagen, wekenlang met dit speelgoed. Het mooie aan Lego is dat je er alles mee kunt maken wat je maar wil. Natuurlijk kun je in de winkel kant-en-klaar pakketten kopen maar wij vinden dat niet interessant. Juist het kunnen namaken van wat je ziet is zo fascinerend. Zien we in de speelgoedgids op vrijdagavond een piratenschip? Een paar uur later hadden wij ook zo'n schip gemaakt. En ver voordat mijn ouders hun ogen openden op zaterdagochtend hadden wij al besloten dat piraten niet meer van deze tijd zijn. Vliegtuigen zijn het helemaal. We slopen onze piratenschepen en beginnen aan de bouw van een groot vliegtuig. Prachtige herinneringen aan jaren geleden. Prachtige herinneringen die weer tot leven komen op dinsdagmiddag 7 juli 2009.

Als ik uit mijn werk kom staat mijn woonkamer vol. Een hoekbank, een bureau, stoelen en twee lampjes staan, vakkundig vermomd als kartonnen doos, in mijn kamer. IKEA, staat er op alle dozen. Ik denk terug aan die jaren waarin ik het ene na het andere wereldwonder van lego in elkaar zette en kies frontaal de aanval. De hoekbank is mijn eerste slachtoffer. Het ding is opgedeeld in vier delen en na ruim twintig minuten zoeken vind ik de handleiding in de laatste doos die ik openmaak. Er zit een grote zak met onderdelen bij en ik kan niet geloven dat al die onderdelen nog in die bank moeten komen! Het is toch een hoekbank? Geen spijkerbed! Na me vier bladzijden aan de handleiding te hebben gehouden staat er een vormloos bouwsel in mijn kamer waar ik niet eens op kan zitten. Ik vertrouw het niet en besluit te doen wat ik ook altijd deed met boeken op mijn leeslijst van de middelbare school. Ik lees de laatste bladzijde door en gok dat ik het daarmee wel red. Niets is minder waar en na de handleiding uit de prullenbak te hebben gehaald en mijn trots erin te hebben gegooid ga ik verder op bladzijde vier. Drie kwartier later zijn alle schroefjes, moertjes en bouten op miraculeuze wijze in de bank verdwenen. Ik ga er even op zitten en geniet van mijn overwinning. Het is dan wel geen piratenschip maar ik hoef er morgen ook geen vliegtuig van te maken.

Dan het bureau. Vermomd als drie onschuldig uitziende kartonnen dozen heeft het ding zich opvallend stil gehouden in de hoek van de kamer. Karton en plastic vliegen in het rond als ik het bureaublad mijn wil opleg. Ik zegevier glorieus! De in hoogte verstelbare poten bieden veel meer tegenstand. De gebruiksaanwijzing van de IKEA laat terloops het woord 'waterpas' vallen. Mijn bureau lijkt op dat moment meer op een skischans maar na een half uurtje draaien en bijstellen staat het ding recht. Ik heb de slag te pakken en ik begin in een moordend tempo de stoelen en de lampjes in elkaar te zetten. Vijf uur nadat ik begonnen ben staat alles in mijn kamer. Ik waad door de kapotte kartonnen dozen en het gescheurde plastic naar de badkamer om te douchen.

Vanavond zit ik in mijn nieuw ingerichte woonkamer. Het allerbeste dat Denemarken ooit heeft voortgebracht zit te lezen op de mooie hoekbank. Ik ben een bevoorrecht mens! Ik loop met mijn hoofd in de wolken. En misschien kom ik daar nog wel een vliegtuig van Lego tegen!

woensdag 24 juni 2009

Een douchebak met dromen

Mijn douchebak heeft ook dromen. Daar ben ik de laatste weken wel achtergekomen! Hij droomt niet van wereldvrede of voedsel voor alle arme kindjes maar voor een douchebak is 'ie behoorlijk ambitieus. Mijn douchebak wil namelijk graag een ligbad zijn. Nu brengt dit enkele problemen met zich mee. Zo is mijn badkamer net groot genoeg voor een half ligbad en is de douchebak niet diep genoeg om in te kunnen liggen. Maar dat schrikt mijn douchebak niet af! Hij loopt steevast vol tijdens het douchen in de hoop dat ik ga liggen. Dat doe ik niet. Integendeel: ik ben gaan staan. Ik ben gaan lopen. Naar een kluswinkel aan de Utrechtse grachten om ontstopper te halen.
Rond half twaalf 's ochtends stap ik de winkel in. Ik heb zo'n tien minuten uitgetrokken voor dit klusje en dat is inclusief de reistijd. De vrouw achter de toonbank heeft me al gezien voor ik de winkel binnen ben gestapt.

'Hoi schat, kan ik je helpen?' klinkt het van achter de toonbank.
'Hallo. Ik hoop het. Ik ben op zoek naar een ontstopper voor mijn douchebak.'
'Oh? Is 'ie verstopt?'
Ik denk: 'Nee, natuurlijk niet!' Maar zeg: 'Inderdaad!'

Langzaam begin ik te beseffen dat dit wel eens iets langer kan gaan duren dan de geplande tien minuten. Ik krijg gelijk. Met een buitenaards enthousiasme stort de vrouw zich op de gootsteenontstoppers. De plopkap wordt me met klem afgeraden en de korrels ook. Na een monoloog die voor mijn gevoel een kleine drie kwartier duurt, staat er ineens een fles gootsteenontstopper voor me op de toonbank. 'Doe deze maar' zeg ik, licht overbluft door het hoorcollege over ontstoppingsmiddelen. En net als ik wil afrekenen zwaait er een deur, vermomt als gereedschapskast, open. Een gezette man van in de zestig komt uit het magazijn.

'Zo, last van verstopte gootjes?' vraag hij op zijn beurt.
'Ja!' zegt de vrouw, nog voordat ik zelf kan antwoorden.
'Weet 'ie wel dat er ook korrels zijn?'
'Ja, dat heb ik 'm net verteld.'
'En die plopkap dan. Is dat niet iets voor hem?'

Ik begin mijn zelfbeheersing langzaam te verliezen. Ik wijs de vrouw achter de toonbank er zo vriendelijk mogelijk op dat ik nu toch echt wil afrekenen. Ze kijkt me geërgerd aan alsof ze wil zeggen 'je ziet toch dat ik in gesprek ben?' Ik sta, met pinpas in de aanslag, klaar als de vrouw met de hand een bon begint uit te schrijven. Als ik bedacht heb dat ik geen bon wil is ze al halverwege dus ik besluit het erbij te laten. Zelfs een kleuter kleurt sneller een kleurplaat in dan deze vrouw een bonnetje uitschrijft. Het duurt intussen zo lang dat ik, naast mijn horloge, ook mijn biologische klok hoor tikken. Wat doe ik met mijn leven?

'Ik wil graag pinnen.'
'Oh! Hij wil graag pinnen.'
'Ja.'
'Effe die automaat pakken hoor!'
'Tuurlijk, ik heb alle tijd!'

Nadat ik mijn pincode heb ingetoetst en akkoord ben gegaan met het bedrag dat in het venster is verschenen graai ik de fles van de toonbank en haast me naar buiten. Mijn bezoek aan de kluswinkel was een nachtmerrie. Nu op naar mijn douchebak om een einde te maken aan zijn dromen!

zondag 17 mei 2009

Komkommertijd

Het is bijna komkommertijd dus het komkommernieuws rukt op! Net als de Mexicaanse griep trouwens, maar door hoort u niks meer over want...het komkommernieuws rukt dus op. Ik zie langzaam de eerste tekenen van de komkommertijd komen. Jazeker, het duurt nog een maandje maar als columnist kun je er niet vroeg genoeg bij zijn. U kent het wel: Komkommernieuws. Nieuws dat eigenlijk geen nieuws is, nieuws dat eigenlijk niemand wil horen en dat daarom in de zomervakantie naar buiten komt. Nieuws zonder nieuwswaarde, nieuws voor de stagiaires op de redactie, nieuws waar De Telegraaf het hele jaar haar pagina's mee vult.

Wat dat betreft houdt de regering van Sri-Lanka er een prachtige planning op na. De laatste Tamil Tijger wordt vlak voor de zomervakantie uitgerookt. Probleem opgelost. Prettige vakantie westerse wereld! Dus waar zullen we het dit jaar eens over hebben? Over een wit everzwijn op de veluwe die achteraf een hond blijkt te zijn? Of herinnert u zich nog de ontsnapte slang uit Almere? Het baasje van het beest begreep niet waarom die slang was weggelopen. Misschien had iemand de arme man moeten vertellen dat a. een slang helemaal niet kan lopen en b. iedereen die in Almere woont wel eens een ontsnappingspoging doet.

Op sportgebied voorspel ik een goede komkommertijd. Er wordt veel gefietst maar de tour gaan we echt niet winnen. Theo Bos trekt misschien nog wat collega's van de fiets tijdens een massasprint en gaat daarna ook uitgebreid op vakantie om bij te komen. Geen EK, geen WK, geen Olympische Spelen. Wel wat tennistoernooien natuurlijk. Roland Garos en Wimbledon staan zoals gewoonlijk op de planning. Thiemo De Bakker (wie?!), Jesse Huta Galung (pardon?!) en Raemon Sluiter zullen ruimschoots het sportjournaal halen om te vertellen waarom ze nog steeds niet tot de mondiale tennistop behoren.

Het is nu een kwestie van aftellen tot het journaal de jaarlijkse barbecue van het voltallige parlement als eerste item behandelt en de komkommertijd bijna écht begint. Ik vind dat elk jaar opnieuw een geweldig moment. Politici proberen altijd nog even een goedbedoeld statement te maken tegenover de pers. De Partij voor de Dieren en GroenLinks zullen ongetwijfeld nog een spoeddebat willen over het soort vlees dat gebruikt wordt voor de barbecue. 'Namens alle dieren' zoals dat dan heet. Kansloos natuurlijk en er komt geen hond naar dat spoeddebat. Alle zichzelf respecterende politici staan dan al in de rij voor de barbecue en als GroenLinks en de Partij voor de Dieren eindelijk aansluiten is het vlees op. Salade dan maar. Liefst een komkommersalade natuurlijk. Past goed bij de tijd van het jaar.

zaterdag 9 mei 2009

Zingen in de supermarkt

Zaterdagavond is nooit een goed moment om boodschappen te doen. Toch doe ik altijd boodschappen op zaterdagavond maar dat heeft meer te maken met het feit dat ik per definitie geen enkel moment geschikt vind om boodschappen te doen. Dus wordt het zaterdagavond.

Als klein kind mocht ik mijn eigen karretje meenemen. Dat is een normaal boodschappenkarretje maar dan in kinderformaat. Racen tegen mijn broertje, botsen tegen de schappen en nog lang niet weg willen als papa en mama al stonden af te rekenen. Nu kijk ik uit naar het afrekenen.

Als ik de winkel binnenloop zit er rechts van mij een meisje in het raam. Ze is hooguit zeven jaar jong en heeft twee blonde vlechtjes. Ze bewaakt een rugzak. Ze wil blijkbaar niet de winkel in. Dan bedenk ik me dat ze hier geen kinderkarretjes hebben en dat dit voor haar waarschijnlijk de beste plek is om op papa en mama te wachten. Dus ik loop snel door naar de winkelmandjes en begin in een extreem tempo mijn boodschappen bij elkaar te sprokkelen. Ook dat is geen goed idee want je vergeet van alles. Bijna bij de kassa, terug naar de groente- en fruitafdeling bij de ingang. Bijna het schap met de chips bereikt? Terug naar de sauzen vlakbij de eerder genoemde groente- en fruit afdeling. Haastige spoed is zelden goed. Boodschappen doen is zelden goed wat mij betreft. Met elk artikel dat ik in mijn mandje stop stapelt de frustratie zich op. Nog even en ik ga een pak spaghetti de huid volschelden.

Dan volgt het afrekenritueel. Ik ben er behoorlijk bedreven in geworden. Nog voordat de cassiëre haar ongeïnteresseerde blik mijn kant op kan draaien roep ik snel: 'Hier is de bonuskaart, ik hoef geen bonnetje.' De ongeïnteresseerde blik stopt even en draait dan langzaam terug naar het schermpje van de kassa. Ik heb mijn pinpas al in de aanslag en doe een spontane aanval op het wereldrecord afrekenen. Ik geef het op als blijkt dat ik verkeerde pincode heb ingetoetst. 'U heeft de verkeerde pincode ingetoetst.' mompelt de cassiëre. Ik slik de zin in waarmee ik haar de mond wil snoeren en zeg 'Ik zie het ja.'

Tijdens het inpakken van mijn tas hoor ik boven alle herrie uit een kinderstem. De bliepjes van de kassa's, het kraken van de zakken chips die ik heb gekocht, ze verdwijnen eventjes. Ik draai me om en zie het meisje met de rugtas. Ze zingt in het raam. Ze kan zichzelf zien zitten en zingt een liedje dat ik niet ken. Terwijl ze zingt bekijkt ze zichzelf. Alsof ze zelf de ster én het publiek is. Ik blijf net lang genoeg luisteren om mijn boodschappen te laat in te pakken. De man achter me probeert mijn boodschappen en de zijne te scheiden. 'Tja,' denk ik 'moet je maar niet op zaterdagavond boodschappen gaan doen! Iedereen weet toch dat dat een slechte tijd is!'

Ik kijk het zingende meisje aan als ik de winkel uitloop en krijg een strenge blik. Ze pakt de rugzak nog even extra stevig vast. Ik lach naar haar en denk 'Wat geweldig dat ze hier geen kinderkarretjes hebben.'

maandag 4 mei 2009

Nooit meer stil

Ik loop rustig de winkel uit. Mijn to-go maaltijd in mijn hand. Terwijl ik me voorneem om ooit eens echt met stokjes te leren eten haal ik de plastic vork uit mijn binnenzak. Ik wilde eigenlijk pasta maken maar de supermarkt sluit vandaag om 19:00. Dat weet ik pas sinds ik, samen met mijn lege bierkratje, voor de schuifdeur van de betreffende supermarkt stond. 'Vandaag eerder gesloten i.v.m. dodenherdenking' staat er op een bordje achter het raam. Ik kijk naar mijn lege bierkratje, loop nog een keer quasi nonchalant langs de sensor van de schuifdeur in de hoop dat 'ie toch opengaat, kijk weer naar mijn lege bierkratje en keer dan terug naar huis.

Dodenherdenking! Ik wil eigenlijk wel om 20:00 thuis zijn maar om nou nog een half uur te wachten met eten zie ik ook niet zitten. Ik waag het erop en trek snel mijn schoenen weer aan. Onderweg naar de eetgelegenheid waar mijn keuze op is gevallen denk ik na over de 4 mei's die ik al heb meegemaakt. Dit wordt de 25e. Het roept herrineringen op. Als klein kind moest ik bijvoorbeeld stoppen met voetballen en naast mijn ouders op de bank zitten. Ik was zo'n joch dat midden in de stilte begon te vragen waar om het stil was. Waarop ik steevast als antwoord kreeg dat het nu niet zo'n goed moment was om dat uit te leggen. Nadat de twee minuten waren verstreken probeerden mijn ouders me alsnog het antwoord op mijn vraag te geven maar ik stond vaak alweer in de spits op het speelveldje te wachten op de volgende bal voor open doel.

Toch ben ik de doden altijd blijven herdenken. Ook toen ik 's avonds niet meer ging voetballen maar ging stappen. Ook toen ik 's avonds niet meer ging stappen maar bij vrienden langs ging. Ik ben altijd even twee minuten stil geweest. Gewoon, omdat dat goed is om te doen. Omdat mijn ouders me al zo lang als ik me kan herrineren binnen riepen om iets voor acht 's avonds op vier mei.

En nu loop ik op straat. Mijn ouders komen me niet halen, ik hoef niet te stappen en ik hoef ook niet bij vrienden langs. Ik sta midden in Utrecht als de Dom acht zware klokslagen laat horen. Ik sta aan de Oude Gracht stil te zijn als er andere mensen aan de oude gracht luidruchtig lopen te zijn. Ik heb de pest aan die mensen. Ik wil ze eigenlijk aanspreken op het feit dat het fijn zou zijn als ze gewoon twee minuten hun kop dicht houden. Maar ja, dan wordt ik dus één van die mensen die zijn kop niet houdt! Dilemma. En dat lost zichzelf op want de mensen lopen verder. Om 20:03 overweeg ik nog even of ik de mensen na wil schreeuwen maar besluit dat het wel goed is zo.

Als ik bijna thuis ben merk ik dat ik een beetje bedroefd ben. En dan niet eens zozeer om de doden die ik zojuist heb herdacht maar omdat ik me ineens besef dat het hier in Nederland nooit meer helemaal stil zal zijn.

(c) Matt Walda, 4 mei 2009