zondag 17 mei 2009

Komkommertijd

Het is bijna komkommertijd dus het komkommernieuws rukt op! Net als de Mexicaanse griep trouwens, maar door hoort u niks meer over want...het komkommernieuws rukt dus op. Ik zie langzaam de eerste tekenen van de komkommertijd komen. Jazeker, het duurt nog een maandje maar als columnist kun je er niet vroeg genoeg bij zijn. U kent het wel: Komkommernieuws. Nieuws dat eigenlijk geen nieuws is, nieuws dat eigenlijk niemand wil horen en dat daarom in de zomervakantie naar buiten komt. Nieuws zonder nieuwswaarde, nieuws voor de stagiaires op de redactie, nieuws waar De Telegraaf het hele jaar haar pagina's mee vult.

Wat dat betreft houdt de regering van Sri-Lanka er een prachtige planning op na. De laatste Tamil Tijger wordt vlak voor de zomervakantie uitgerookt. Probleem opgelost. Prettige vakantie westerse wereld! Dus waar zullen we het dit jaar eens over hebben? Over een wit everzwijn op de veluwe die achteraf een hond blijkt te zijn? Of herinnert u zich nog de ontsnapte slang uit Almere? Het baasje van het beest begreep niet waarom die slang was weggelopen. Misschien had iemand de arme man moeten vertellen dat a. een slang helemaal niet kan lopen en b. iedereen die in Almere woont wel eens een ontsnappingspoging doet.

Op sportgebied voorspel ik een goede komkommertijd. Er wordt veel gefietst maar de tour gaan we echt niet winnen. Theo Bos trekt misschien nog wat collega's van de fiets tijdens een massasprint en gaat daarna ook uitgebreid op vakantie om bij te komen. Geen EK, geen WK, geen Olympische Spelen. Wel wat tennistoernooien natuurlijk. Roland Garos en Wimbledon staan zoals gewoonlijk op de planning. Thiemo De Bakker (wie?!), Jesse Huta Galung (pardon?!) en Raemon Sluiter zullen ruimschoots het sportjournaal halen om te vertellen waarom ze nog steeds niet tot de mondiale tennistop behoren.

Het is nu een kwestie van aftellen tot het journaal de jaarlijkse barbecue van het voltallige parlement als eerste item behandelt en de komkommertijd bijna écht begint. Ik vind dat elk jaar opnieuw een geweldig moment. Politici proberen altijd nog even een goedbedoeld statement te maken tegenover de pers. De Partij voor de Dieren en GroenLinks zullen ongetwijfeld nog een spoeddebat willen over het soort vlees dat gebruikt wordt voor de barbecue. 'Namens alle dieren' zoals dat dan heet. Kansloos natuurlijk en er komt geen hond naar dat spoeddebat. Alle zichzelf respecterende politici staan dan al in de rij voor de barbecue en als GroenLinks en de Partij voor de Dieren eindelijk aansluiten is het vlees op. Salade dan maar. Liefst een komkommersalade natuurlijk. Past goed bij de tijd van het jaar.

zaterdag 9 mei 2009

Zingen in de supermarkt

Zaterdagavond is nooit een goed moment om boodschappen te doen. Toch doe ik altijd boodschappen op zaterdagavond maar dat heeft meer te maken met het feit dat ik per definitie geen enkel moment geschikt vind om boodschappen te doen. Dus wordt het zaterdagavond.

Als klein kind mocht ik mijn eigen karretje meenemen. Dat is een normaal boodschappenkarretje maar dan in kinderformaat. Racen tegen mijn broertje, botsen tegen de schappen en nog lang niet weg willen als papa en mama al stonden af te rekenen. Nu kijk ik uit naar het afrekenen.

Als ik de winkel binnenloop zit er rechts van mij een meisje in het raam. Ze is hooguit zeven jaar jong en heeft twee blonde vlechtjes. Ze bewaakt een rugzak. Ze wil blijkbaar niet de winkel in. Dan bedenk ik me dat ze hier geen kinderkarretjes hebben en dat dit voor haar waarschijnlijk de beste plek is om op papa en mama te wachten. Dus ik loop snel door naar de winkelmandjes en begin in een extreem tempo mijn boodschappen bij elkaar te sprokkelen. Ook dat is geen goed idee want je vergeet van alles. Bijna bij de kassa, terug naar de groente- en fruitafdeling bij de ingang. Bijna het schap met de chips bereikt? Terug naar de sauzen vlakbij de eerder genoemde groente- en fruit afdeling. Haastige spoed is zelden goed. Boodschappen doen is zelden goed wat mij betreft. Met elk artikel dat ik in mijn mandje stop stapelt de frustratie zich op. Nog even en ik ga een pak spaghetti de huid volschelden.

Dan volgt het afrekenritueel. Ik ben er behoorlijk bedreven in geworden. Nog voordat de cassiëre haar ongeïnteresseerde blik mijn kant op kan draaien roep ik snel: 'Hier is de bonuskaart, ik hoef geen bonnetje.' De ongeïnteresseerde blik stopt even en draait dan langzaam terug naar het schermpje van de kassa. Ik heb mijn pinpas al in de aanslag en doe een spontane aanval op het wereldrecord afrekenen. Ik geef het op als blijkt dat ik verkeerde pincode heb ingetoetst. 'U heeft de verkeerde pincode ingetoetst.' mompelt de cassiëre. Ik slik de zin in waarmee ik haar de mond wil snoeren en zeg 'Ik zie het ja.'

Tijdens het inpakken van mijn tas hoor ik boven alle herrie uit een kinderstem. De bliepjes van de kassa's, het kraken van de zakken chips die ik heb gekocht, ze verdwijnen eventjes. Ik draai me om en zie het meisje met de rugtas. Ze zingt in het raam. Ze kan zichzelf zien zitten en zingt een liedje dat ik niet ken. Terwijl ze zingt bekijkt ze zichzelf. Alsof ze zelf de ster én het publiek is. Ik blijf net lang genoeg luisteren om mijn boodschappen te laat in te pakken. De man achter me probeert mijn boodschappen en de zijne te scheiden. 'Tja,' denk ik 'moet je maar niet op zaterdagavond boodschappen gaan doen! Iedereen weet toch dat dat een slechte tijd is!'

Ik kijk het zingende meisje aan als ik de winkel uitloop en krijg een strenge blik. Ze pakt de rugzak nog even extra stevig vast. Ik lach naar haar en denk 'Wat geweldig dat ze hier geen kinderkarretjes hebben.'

maandag 4 mei 2009

Nooit meer stil

Ik loop rustig de winkel uit. Mijn to-go maaltijd in mijn hand. Terwijl ik me voorneem om ooit eens echt met stokjes te leren eten haal ik de plastic vork uit mijn binnenzak. Ik wilde eigenlijk pasta maken maar de supermarkt sluit vandaag om 19:00. Dat weet ik pas sinds ik, samen met mijn lege bierkratje, voor de schuifdeur van de betreffende supermarkt stond. 'Vandaag eerder gesloten i.v.m. dodenherdenking' staat er op een bordje achter het raam. Ik kijk naar mijn lege bierkratje, loop nog een keer quasi nonchalant langs de sensor van de schuifdeur in de hoop dat 'ie toch opengaat, kijk weer naar mijn lege bierkratje en keer dan terug naar huis.

Dodenherdenking! Ik wil eigenlijk wel om 20:00 thuis zijn maar om nou nog een half uur te wachten met eten zie ik ook niet zitten. Ik waag het erop en trek snel mijn schoenen weer aan. Onderweg naar de eetgelegenheid waar mijn keuze op is gevallen denk ik na over de 4 mei's die ik al heb meegemaakt. Dit wordt de 25e. Het roept herrineringen op. Als klein kind moest ik bijvoorbeeld stoppen met voetballen en naast mijn ouders op de bank zitten. Ik was zo'n joch dat midden in de stilte begon te vragen waar om het stil was. Waarop ik steevast als antwoord kreeg dat het nu niet zo'n goed moment was om dat uit te leggen. Nadat de twee minuten waren verstreken probeerden mijn ouders me alsnog het antwoord op mijn vraag te geven maar ik stond vaak alweer in de spits op het speelveldje te wachten op de volgende bal voor open doel.

Toch ben ik de doden altijd blijven herdenken. Ook toen ik 's avonds niet meer ging voetballen maar ging stappen. Ook toen ik 's avonds niet meer ging stappen maar bij vrienden langs ging. Ik ben altijd even twee minuten stil geweest. Gewoon, omdat dat goed is om te doen. Omdat mijn ouders me al zo lang als ik me kan herrineren binnen riepen om iets voor acht 's avonds op vier mei.

En nu loop ik op straat. Mijn ouders komen me niet halen, ik hoef niet te stappen en ik hoef ook niet bij vrienden langs. Ik sta midden in Utrecht als de Dom acht zware klokslagen laat horen. Ik sta aan de Oude Gracht stil te zijn als er andere mensen aan de oude gracht luidruchtig lopen te zijn. Ik heb de pest aan die mensen. Ik wil ze eigenlijk aanspreken op het feit dat het fijn zou zijn als ze gewoon twee minuten hun kop dicht houden. Maar ja, dan wordt ik dus één van die mensen die zijn kop niet houdt! Dilemma. En dat lost zichzelf op want de mensen lopen verder. Om 20:03 overweeg ik nog even of ik de mensen na wil schreeuwen maar besluit dat het wel goed is zo.

Als ik bijna thuis ben merk ik dat ik een beetje bedroefd ben. En dan niet eens zozeer om de doden die ik zojuist heb herdacht maar omdat ik me ineens besef dat het hier in Nederland nooit meer helemaal stil zal zijn.

(c) Matt Walda, 4 mei 2009